De Carignan trossen komen van 3 zeer oude percelen. In 1900 werden 5,280 ranken aangeplant op 143 m hoogte in de Ste Eugénie wijngaard. In 1925 volgden nog 2 percelen: 3,300 ranken op 163 m hoogte in de Mas Raphael wijngaard en 6,500 ranken op 330 m hoogte in de Coll del Beou wijngaard. De arme en goed doorlaatbare steenachtige bodem bestaat uit bladvormige schalie en micaschist. De zuidoostelijke oriëntatie biedt wat soelaas ten opzichte van de felle namiddagzon. Het rendement bedraagt slechts 19 hl. Het onderhoud van de bodem gebeurt met de hulp van een paard.

De pluk gebeurt met de hand. De oogst ondergaat nog een tweede selectie bij aankomst aan de wijnkelder. De helft van de trossen wordt ontrist. De fermentatie neemt plaats in inox cuves van 50 hl. De rijping neemt plaats in een mix van eivormige en ellipsvormige betonnen cuves, en in grote foufres van 15 hl.